Middelburg | Selma  |   Djokjakarta  |   bijdragen  | Salomon  |   Hertzberger  |   Website  |   Search website (Google)


Rika Leijdesdorff-van Os en Louis Leijdesdorff

met hun dochter Selma

 

Ter nagedachtenis

 

De burgemeester van Middelburg De Bordes spoort op 14 mei de Joodse plaatsgenoten, zoals Louis en Rika Leijdesdorff, om de laatste boot naar Breskens te nemen en een goed heenkomen te zoeken in Zeeuws-Vlaanderen, België of Frankrijk. Na de capitulatie van het Nederlandse leger op 15 mei komen Walcheren en Zeeuws-Vlaanderen onder Frans militair gezag te staan. Daar komt een eind aan als op 17 mei de binnenstad van Middelburg, inclusief de Markt met de vleeshouwerij van Louis Leijdesdorff, wordt verwoest. Louis en Rika zoeken en vinden een tijdelijk onderkomen in het huis aan de Vlasmarkt 19.
In deze dagen breekt het optimisme van Louis. […] Samen met Rika besluit hij om zelfmoord te plegen. Ze nemen dodelijke middelen in en wachten hun einde af. De buren vermoeden onraad en komen polshoogte nemen. Onverwijld roepen ze de hulp in van huisarts Feikema. Die is snel ter plaatse en, indachtig de beroepseed die hij heeft afgelegd, begint hij onmiddellijk met alles wat nodig is om het echtpaar weer terug te brengen in het leven.

 

Bron: Daniel van den Bos, Gezagsgetrouwe, Vredelievende, Belastingbetalende Medeburgers. Soesterberg; Uitgeverij Aspekt, pp. 240-242.

Oogggetuige-verslag van Annemarie Adriaanse, http://vimeo.com/392204959

 

 

Transport 29-6-1943 naar Sobibor

De jodenvervolging is altijd in het meervoud; het gaat over veel mensen; treinen vol mensen.

De voorstelling is ook altijd sociaal: hoe het zou zijn in zo’n wagon gedurende drie dagen? Oid.

Struikelstenen leggen de nadruk op het individu, zoals bijv. Selma Leijdesdorff, een tante van ons, waarvan eigenlijk niets bekend is behalve dat ze directrice was van een kinderhuis in Egmond a/Z., uit welke functie ze in maart 1941 is ontslagen. Ze is toen terug naar Middelburg gegaan, vermoedelijk om haar ouders bij te staan. Maar we weten niet wat er gebeurd is, want ze is niet met hun meegegaan naar Sobibor, maar in Auschwitz omgekomen.

We weten soms iets als het maatschappelijk was, bijv. omdat er een bericht over is in een krant of in het archief. Maar er zijn bijv. al nauwelijks foto’s. We weten dat hier een bloeiende slagerij Van Os was, waar men ook varkensvlees verkocht want dat staat in een advertentie. Mijn vader is hier boven opgegroeid, maar hij vertelde niet over wat er gebeurd is. Hij was er in die jaren ook niet; hij zat in Indië. Hij had later ook geen foto’s en wist niet wat er in de oorlogsjaren precies gebeurd was met zijn ouders en zijn zusje. Er waren geen sporen overgebleven.

Ik heb een gouden horloge uit de erfenis gekregen, omdat er mijn initialen en die van mijn grootvader in staan gegraveerd. Inmiddels weten we al wat meer: die mensen leefden het leven van de gegoede burgerij tot het bombardement van mei 1940. Toen waren ze alles kwijt en ze wisten welke vernederingen eraan kwamen. Ze hebben geprobeerd te vluchten, zelfmoord te plegen, etc., maar uiteindelijk zijn ze gedeporteerd en vermoord. Ik hoef u dat verhaal niet te vertellen. We kunnen daarover slechts denken in collectieve beelden voorzover we geen herinneringen hebben.

Er is een geschiedenisboek over de kinderhuizen in Egmond. Maar daar ontbrak een melding aan over de directrice die in 1941 door de Duitsers is ontslagen. Er is wel een bericht in de Alkmaarder Courant. Dat incident—die vergetelheid—zette me op het spoor om hierheen te komen. Rika van Os en Louis Leijdesdorff hebben hier tussen 1906 en 1940 gewoond. Maar het huis is er niet meer. Er zijn nu twee steentjes om dat te gedenken.

Loet Leydesdorff,
Middelburg, 21 februari 2016